Van de Vlaamse regering mag ik vanaf 2023, omwille van de CO2-uitstoot, geen verwarming meer op gas in mijn nieuwe woning. Daar tegenover staat dat de Vivaldi-regering mijn belastinggeld gebruikt om CO2-spuwende gascentrales en turbojetmotoren te subsidiëren. Dit is surrealistisch beleidsidioterie van de bovenste plank. De Vlaamse regering verplicht Vlamingen om te investeren in warmtepompen, maar zelf kiest ze bij de bouw van scholen hoofdzakelijk voor passief bouwen, welke op termijn tonnen meer CO2 uitstoot en bovendien duurder is.
Sinds begin deze eeuw raast er een woke-tornado door onze politieke tentakels. Een klimaatmanie waar alles met de woorden ecologie, klimaat, duurzaam en hernieuwbaar een haast goddelijke status meekrijgt. Wie een bedrijf start en deze woorden veelvuldig gebruikt in zijn ondernemingsplan wordt overladen met subsidies en heeft de keuze uit geldstromen via diverse parastatale investeringsvehikels van Europese, federale, regionale of lokale overheden.
De bereidwilligheid is zo groot dat er klimaatblindheid optreedt bij de subsidieverstrekkers
De bereidwilligheid is zo groot dat er klimaatblindheid optreedt bij de subsidieverstrekkers. Ook wel de Kaouakibi-staar genoemd. Schoolvoorbeeld is Electrawinds van Luc Desender, dat met de hulp van Johan Vande Lanotte, 138,75 miljoen euro belastinggeld opsoupeerde. Het bleek een Oostendse eco-luchtspiegeling. Een zwart gat voor ons zuur verdiend belastinggeld.
In volgend dossier rondom de bouw van de zogenaamde passieve scholen trad eenzelfde klimaatblindheid op. Verblind door de mythe van klimaatdoelen ziet men de realiteit en het gesjoemel met cijfers niet, of wil men ze bewust niet zien omdat het groen jasje electoraal netjes staat.
De klimaatmanie begon met het klimaatverdrag van Rio 1992. Deze verplichtte industrielanden om hun emissies van broeikasgassen in 2000 tot het niveau van 1990 terug te brengen. Toen midden de jaren '90 bleek dat niemand dit onrealistisch doel kon halen, besloot men de doelstelling onder te sneeuwen in een nieuwe doelstelling, genaamd het Kyotoprotocol (2005). België moest binnen het protocol een daling van 7,5 % realiseren tussen 2008-2012, en dit vergeleken met het basisjaar 1990.
Het is binnen dit streefdoel dat het idee van de bouw van passiefscholen groeide. De Vlaamse regering legde vanaf 2006 energienormen op voor de renovatie en nieuwbouw van woningen, kantoren, bedrijfsgebouwen en scholen. Het betrof de Energie Prestatie en Binnenklimaat- norm (of kortweg EPB-norm). Een logisch gevolg van het feit dat 40% van het totale energieverbruik in België van gebouwen afkomstig is. Het zogenaamde E-peil werd in het leven geroepen. Dat is een score die aangeeft hoe energiezuinig een gebouw is. Hoe lager het E-peil, hoe energiezuiniger het gebouw is. Eind 2007 beslisten minister van energie Hilde Crevits, en minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke de norm voor scholen te plaatsen op een E-peil van E70.
Vervolgens voorzag de Vlaamse regering 235 euro/m2 bijkomende subsidie voor scholen die een nog strengere norm van passief bouwen hanteerden: een netto energiebehoefte voor verwarming ≤ 15kWh/m2.jaar, een netto energiebehoefte voor koeling ≤ 15 kWh/m2.jaar, een luchtdichtheid (n50-waarde) ≤ 0,6h-1 en een maximaal E-peil van E55. De extra subsidie kwam eigenlijk neer op een 100% dekking van de meerkost voor passief bouwen van scholen.
De sector van passief bouwen zo alle controle en supervisie over passief bouwen in handen geven heet in de volksmond: 'de kat bij de melk zetten'.
De controle, certificering, energiemonitoring en trajectbegeleiding gaf men in handen van het kennisplatform Energieneutraal Bouwen van de vzw Passiefhuis-Platform (PIXII). Een vereniging van een kleine 170 bouwverenigingen hoofdzakelijk actief in de sector van het passief bouwen. Een lobby voor passief bouwen zeg maar. De sector van passief bouwen zo alle controle en supervisie over passief bouwen in handen geven heet in de volksmond: 'de kat bij de melk zetten'. Een belangenconflict waar de sector passief bouwen rechter, controleur, certificeerder, rapporteur en partij is. Kan het nog zotter? Wat zei Gaston Geens ook alweer?
Na de eerste oplevering van passieve scholen tussen 2015 en 2017 spraken de tussentijdse rapporten over een energieverbruik bij passief bouwen van scholen dat 48% tot zelfs 82% lager lag dan in gewone scholen. De meerkost van 14% in tegenstelling tot klassiek bouwen zou een terugverdientijd tussen de 4 à 14 jaar kennen. Een masterproef aan RUG van Ann-Sofie Plasschaert: 'Is duurzaamheid synoniem voor rendabiliteit' (2019-2020), met als promotor professor Dr. Rudy Aernoudt, kwam echter tot een andere conclusie. Het eerste besluit is dat in casu de rendabiliteit een passieve school een terugverdienperiode kent van 38 jaar, een school met geothermie (warmtepompen) één van 18 jaar en een school die geothermie combineert met zonnepanelen één van 7 jaar.
Wat de CO2-uitstoot betreft is volgens de cijfers van PIXII het energieverbruik lager bij passiefbouw dan bij geothermie. Een manifeste misleiding, want de cijfers hielden enkel rekening met de energievraag van de verwarming en niet met de energievraag van koeling en sanitair warm water. Omdat deze niet in de cijfers worden opgenomen krijg je zo een vertekend beeld. Mochten deze variabelen wel in beschouwing genomen worden, dan is passief bouwen in geen geval duurzamer.
warmtepompen in combinatie met zonnepanelen maken passief bouwen overbodig en blijft het duurzaamste en rendabelste, zelfs bij een extra ventileringsnorm in covid-tijden.
Voor de volledigheid en de duidelijkheid nog dit: warmtepompen in combinatie met zonnepanelen maken passief bouwen overbodig en blijft het duurzaamste en rendabelste, zelfs bij een extra ventileringsnorm in covid-tijden.
Professor Rudy Aernaudt berekende dat 29,61 miljard euro nodig is om het 18 miljoen m2 scholenpatrimonium van het leerplichtonderwijs passief te bouwen. (De financiële norm die gehanteerd wordt voor passiefbouw is in februari 2019 gelijk aan 1645,05 €/m2). Via klassieke bouw met warmtepompen en zonnepanelen komt men op een kostprijs van +/- 10 miljard euro. De Vlaamse regering kan de volgende decennia op een milieuvriendelijker manier aldus 20 miljard euro besparen bij de vernieuwing of renovatie van zijn scholenpatrimonium.
Waarom hielden de bouwheren en de controleurs/rapporteurs van PIXII geen rekening met cijfers voor koeling? Wel omdat minister Vandenbroucke - gepercipieerd als de slimste socialist - en minister Crevits - gepercipieerd als de slimste CD&V'er - het zogenaamde zomercomfort (afkoeling, airco) in 2007 niet decretaal vastlegden. De bouwheren hielden er bijgevolg geen rekening mee en bouwen afgesloten aquariums. Waarom geld uitgeven aan iets dat niet decretaal voorzien is, moeten ze gedacht hebben.
Na de ingebruikname van de eerste passiefscholen verschenen in de pers talloze berichten van oververhitting in de lokalen van de passiefbouwscholen. Global warming op schoolniveau! Passiefbouwscholen moesten in de zomer, lente en herfst tijdens warme dagen 's nachts drie uur lang koude lucht naar binnen pompen in plaats van één uur bij een klassiek schoolbouw. Neem daarbij dat door de klimaatopwarming het aantal warme dagen stijgt en je begrijpt dat de zogenaamde besparing een serieuze kauw krijgt.
Minister Ben Weyts investeert 3 miljard euro in het masterplan scholenbouw waar hij zich voornamelijk focust op passief bouwen.
Het is voor mij een raadsel waarom de Vlaamse regering bij de opmaak van de begroting 2022 geen 3 miljard euro passief scholenbouw schrapte en verving door 1 miljard euro klassieke bouw met warmtepompen en zonnepanelen. Besparing 2 miljard euro. Zo konden ze hun belofte van extra kindergeld alvast behouden en hadden ze nog voldoende over om onze energiefactuur te ontluizen van groenestroompestbelastingen.
Het is voor mij een raadsel waarom binnen de klimaatplannen onze nieuwe huizen verplicht worden gebruikt te maken van warmtepompen en zonnepanelen en het eigen scholenpatrimonium en deze van de zuilen gesubsidieerd worden om passief bouwen toe te passen, wat meer CO2 uitstoot en duurder is.
In 2011 werd de doctoraatsproef van bioloog Wendy D'Hollander rond de PFOS-vervuiling in Zwijndrecht door de politiek betweterig genegeerd. We kennen de gevolgen. Ondergaat de masterproef van Ann-Sofie Plasschaert uit 2020 nu hetzelfde lot en wordt deze wetenschappelijke kanarie in de koolmijn ook vakkundig de nek omgewrongen? Laat ons hopen van niet.