Vorige week was er veel te doen omtrent de demarche van Zuhal Demir rond een onderzoekscommissie over de PFOS-vervuiling van de 3M-fabriek te Zwijndrecht. Straks beslist het Vlaams Parlement of er al dan niet een diepgravend onderzoek komt naar deze ogenschijnlijke doofpotoperatie. De vraag is onder meer of de Groen-burgemeesters van Zwijndrecht, Willy Minnebo en André Van de Vyver, de gevolgen van een massale PFOS-vervuiling 21 jaar toedekten of minimaliseerden. En wat deden de ministers van Leefmilieu: Vera Dua, Ludo Sannen en Jef Tavernier, allen van Groen, toen de vervuiling eind vorige eeuw aan het licht kwam? De vraag is ook waarom de CD&V-ministers van Leefmilieu Kris Peeters, Hilde Crevits en Joke Schauvliege tussen 2004 en 2019 niets ondernamen?
Het is dan ook cynisch om minister Crevits een zwijgzaamheid van twee jaar te horen verwijten aan minister Demir, terwijl er bij de christendemocraten vijftien jaar lang een Kartuizerse stilte heerste. Te meer cynisch omdat Hilde Crevits in 2008 het behalen van de Europese Kaderrichtlijn Water via dubbele uitsteltermijnen doorschoof naar 2027, waardoor minister Demir nu verstikt in stikstofarresten en PFOS-vervuiling in de Westerschelde. Lijkkastenpolitiek van de bovenste plank.
Het Amerikaanse conglomeraat Minnesota Mining and Manufacturing, zoals 3M voluit heet, werd opgericht in 1902 in Minnesota USA. In 1963 breidt het uit naar Europa en kiest het Diegem als Europees hoofdkwartier. Acht jaar later, in 1971, bouwt 3M in Zwijndrecht zijn eerste chemische fabriek buiten de VS.
Prins Laurent doorprikte als eerste de milieuballon van 3M.
3M wist reeds heel vroeg dat een groen imago oogverblindend werkt. In 1975 gaat 3M van start met een uitgebreid milieuprogramma met als slogan: 'pollution prevention pays'. In 1998 pronkt het met een innovatief milieuproject waarvoor het Europese subsidies ontving. Het betrof een productieproces voor recuperatie van fluoriden waarbij de uitstoot van broeikasgassen met zestig procent zou verminderen. Prins Laurent doorprikte als eerste de milieuballon van 3M. Als voorzitter van het Koninklijk Instituut voor het duurzaam beheer van de Natuurlijke rijkdommen en de bevordering van schone Technologieën (KINT) deed hij het milieubeleid van 3M af als greenwashing: het zich een fake-groen imago aanmeten, niet voor het milieu, maar voor de winst.
3M slaagde er wel in om het gemeentebestuur in te palmen. In 1999, bij de opening van de nieuwe 3M-eenheid, wees burgemeester Minnebo (Groen) op de uitgebreide controles van het gemeentebestuur via regelmatige bedrijfsbezoeken. Hij bejubelde 3M door de inwoners van Zwijndrecht op het hart te drukken dat de grote fiscale inkomsten van 3M zorgden voor tal van gemeentelijke projecten en de reden waren voor een personenbelasting van slechts 1%.
In 2006, toen 3M zes miljoen euro investeerde in een nieuwe uitbreiding van zijn adhesiefafdeling, bevestigde Minnebo opnieuw zijn liefde voor het chemische bedrijf: 'Als de lokale overheid en een bedrijf in symbiose kunnen samenwerken bekom je een win-win situatie, en dat is tussen 3M en Zwijndrecht zeker het geval. Ik hoop dat we de volgende decennia op dezelfde manier kunnen samenwerken.' Nadien beschouwd lijken deze woorden zuur, zeker uit de mond van een oud-PVDA'er die ecologist werd. Dat de gemeente Zwijndrecht de helft van haar inkomsten uit bedrijfsbelastingen haalt verklaart wellicht zijn innige kameraadschap met deze vervuilende multinational.
In juni 2000 kondigt de Amerikaanse milieudienst EPA een wereldwijd kankeralarm af rond het gebruik en de productie van de chemische stof PFOS. De Britse krant The Observer onthulde dat een bloedonderzoek in Zwijndrecht aan de basis lag van de kankerwaarschuwing. Het onderzoek wees uit dat er hoge hoeveelheden PFOS aanwezig waren in het bloed van omwoners die niet in de fabriek werkten. Hoewel men dit toen in alle Vlaamse kranten kon lezen, deden Minnebo en zijn partijgenoot en minister van Leefmilieu Ludo Sannen niets. De gemeenteraadsverkiezingen stonden in het verschiet. Moest alles daarom zo stil mogelijk gehouden worden?
Het weerhield 3M niet om gedurende 40 jaar PFOS en soortgelijken te verwerken in Scotchgard
Bij 3M klonk de misleidende crisiscommunicatie: 'De directie van het chemiebedrijf 3M ontkent dat er een link zou bestaan tussen het product PFOS en kankervorming bij de mens. De productie van PFOS in Zwijndrecht -onder meer gebruikt in sprays van het merk Scotchgard - werd enkel gestopt om milieuredenen omdat PFOS in de natuur niet afgebroken wordt.' Bedenkelijke uitspraak als je weet dat wetenschappelijk onderzoek reeds in 1950 bevestigde dat PFOS biologisch niet afbreekbaar is en zich opstapelt in ons bloed. Het weerhield 3M niet om gedurende 40 jaar PFOS en soortgelijken te verwerken in Scotchgard, het olie- en waterafstotende wondermiddel, in verven, in lijmen, in brandblusschuim en in deklagen tegen olie en vet op inpakpapier en kleding.
Bedenkelijk omdat de EPA bevestigde dat PFOS kankerverwekkend was en om die reden opriep tot een wereldwijd productieverbod. Eerlijkheid gebied mij te zeggen dat er toentertijd nogal wat wetenschappelijk contramine was over de schadelijkheid van PFOS bij de mens. Maar proeven bij dieren wezen op een stijging van levertumoren en epidemiologische studies bij de mens suggereerden een verhoogd risico op sterfte door kanker. Ondanks de meningsverschillen was er wel een academische consensus dat PFOS schadelijk was en daardoor het label 'mogelijk' of 'waarschijnlijk' kankerverwekkend kreeg. Het duurde echter tot 2010 vooraleer PFOS in de meeste toepassingen door Europa verboden werd.
In een antwoord op een parlementaire vraag uit 2004, beweerde minister van Leefmilieu Jef Tavernier (Groen) dat 3M de productie van het kankerverwekkende PFOS op 1 januari 2004 stopzette. Dit bleek onjuist, want enkele weken later berichtte 3M in Gazet van Antwerpen dat het nog tot eind 2005, hetzij beperkt, PFOS zou blijven produceren (1). Waarom zowel het groene gemeentebestuur van Zwijndrecht, als de groene minister van Leefmilieu en de Vlaamse regering oogluikend toelieten dat een kankerverwekkende stof, die niet biologisch afbreekbaar is, nog zes jaar lang massaal verder geproduceerd werd is voor mij een raadsel.
In 2004 bleek uit een studie van Wim De Coen van de Universiteit Antwerpen, dat rond de Westerschelde wereldwijd de hoogste concentraties PFOS gemeten werden. In en rond de Westerschelde werden in het water en bij dieren concentraties gemeten die tot 47 keer hoger lager dan bij andere vergelijkbare metingen. Daarover ondervraagd in het parlement zei minister van Leefmilieu Jef Tavernier laconiek: 'We zijn ons pas de jongste jaren bewust geworden van de perfluorchemicaliën in het milieu (...). Daarom lijkt het me zinvoller de nadruk te leggen op de afbouw van het gebruik van deze stoffen dan zeer veel tijd en geld te steken in onderzoeken die bewijzen wat we sterk vermoeden.'
Maar tot 2018, met de sanering van de Opel-site, vond er geen enkele sanering van PFOS-vervuilde grond plaats.
Staat me toe te zeggen, een vreemde uitspraak voor een minister van groene signatuur. Waarom de minister niet wou weten hoe ernstig de vervuiling of het gevaar voor mens en dier was, om zo passende maatregels te kunnen nemen voor milieu en volksgezondheid, stemt tot nadenken. Deze stelling werd maandagavond in Terzake nog verdedigd door Hilde Crevits. Ze liet weten dat ze deze visie ondersteunde en als minister verder ging door te focussen op de sanering van door PFOS vervuilde grond. Maar tot 2018, met de sanering van de Opel-site, vond er geen enkele sanering van PFOS-vervuilde grond plaats.
In 2011 peilde bioloog Wendy D'Hollander naar de percentages PFOS in de grond en in eieren en groenten van eigen kweek in haar gemeente Zwijndrecht. Het onderzoek kaderde in haar doctoraatsonderzoek aan de Universiteit Antwerpen. De resultaten naar de aanwezigheid van het kankerverwekkende PFOS waren zo dramatisch en schadelijk voor de volksgezondheid dat ze een e-mail stuurde naar burgemeester Minnebo. Ze riep onder meer op om de Zwijndrechtse bevolking te informeren om geen eieren en groenten van eigen kweek te eten, omdat deze grote hoeveelheden van de kankerverwekkende stof PFOS bevatten.
Ze kreeg nooit antwoord. Willy Minnebo overleed in 2012 aan de gevolgen van darmkanker. De Zwijndrechtse groenen namen deze waarschuwing pas de laatste dagen ernstig, getuige ook de uitspraak op 1 juni van dit jaar van de opvolger van Minnebo, André van de Vyver: 'Dat je geen Zwijndrechtse eieren meer mag eten? Dat durf ik nu niet zeggen.' Misschien toch even vermelden dat hoewel het Zwijndrechtse bestuur reeds sinds 2000 op de hoogte was van de kankerverwekkende vervuiling met PFOS, het pas dit jaar, 21 jaar later, zijn bewoners daarvan op de hoogte bracht.
Gelet op de omvang van de vervuiling, de hoogste waarden ter wereld (2) en besmette grond tot 15 km rond de 3M-site, rijzen er ook grote vragen rond de schuld van de Vlaamse regering en haar ministers van Leefmilieu tussen 1999 en 2021. Leverden OVAM en het VITO correcte studies en adviezen af? Waren de nodige alarmbellen aanwezig en bereikte de informatie effectief de kabinetten en de ministers? Werd het gemeentebestuur van Zwijndrecht correct geïnformeerd? Björn Rzoska, fractieleider van Groen in het Vlaams Parlement, meldde dat OVAM de gemeente herhaaldelijk liet weten dat er geen gevaar was. Is dat wel zo? Terecht stellen de milieubewegingen Greenpeace en Bond Beter Leefmilieu zich vragen bij de lozingsvergunningen in de Schelde die 3M kreeg.
Veel vragen die enkel via een diepgravend onderzoek blootgelegd kunnen worden. Het siert de groene parlementsleden Björn Rzoska en Mieke Schauvliege dat ze een onderzoekscommissie eisen, zelfs al lijkt het er op het eerste gezicht op dat ze daarmee partijleden in hun hemd zetten. Zuhal Demir krijgt dezer dagen de wind van voren. Ik heb inderdaad ook mijn bedenkingen, want haar demarche schaadt haar imago, de N-VA en de cohesie binnen de Zweedse regering. Hoewel! Als we de demarche van minister Zuhal Demir willen beoordelen moeten we ons de vraag stellen wat hier prevaleert: haar imago, de particratie, de regeringsdiscipline, de doofpot of de volksgezondheid. Wie niet het laatste antwoordt moet zijn maatschappelijke prioriteiten dringend herzien.
(1) Nu lees ik in verschillende persartikels 2000 en 2002 als jaar van stopzetting van de productie. Dit lijkt mij in elk geval onjuist.
(2) Bioloog Thimo Groffen van de Universiteit Antwerpen stelde vast dat de concentraties PFOS in eieren van koolmezen tot de hoogste behoren in de wetenschappelijke literatuur.