twitter twitter

Arrest hof van beroep legt een bom onder coronamaatregelen

Op 2 november slaken 25 grondwetsspecialisten in De Standaard een noodkreet via een open brief. Ze wijzen er in beleefde termen op het feit dat onze grondwet en onze democratische rechtsstaat, met onbegrijpelijke steun van de Raad van State, met de voeten worden getreden. Maar reeds op 28 oktober 2020 was er een uitspraak van het hof van beroep te Brussel die een bom legde onder de manier waarop coronamaatregelen in dit land opgelegd worden.

Een vodje papier

Sinds het uitbreken van deze crisis is de grondwet echt een vodje papier geworden en is onze parlementaire democratie herleid tot een dictatoriale particratie. Hoewel het uitvaardigen van een pandemiewet, een tijdelijke kaderwet pandemie of zelfs tijdelijke ad hoc-wetten, tot de volmachten van de regering-Wilmès II behoorde, werd daar geen seconde tijd aan besteed. Ook de huidige Vivaldiregering volgt in die bedenkelijke voetsporen. Men koos voor het arrogant met de voeten treden van de Grondwet binnen een kader van legislatief amateurisme, namelijk het misbruiken van de Wet op de Civiele Veiligheid (art 181, 182,187) en de Wet op de Civiele Bescherming (art 4).

 

Geen enkele parlementslid of politieke partij durft het tijdens deze sanitaire crisis aan om onze fundamentele grondrechten hardop te verdedigen.

 

Zo worden alle coronamaatregelen getroffen via ministeriële besluiten en staat het parlement buitenspel. Het ergste is dat dit een gevaarlijk precedent schept, dat later misschien misbruikt kan worden. Geen enkele parlementslid of politieke partij durft het tijdens deze sanitaire crisis aan om onze fundamentele grondrechten hardop te verdedigen. Er zijn schaars wat opflakkeringen van constitutioneel democratisch geweten, maar die ebben snel weg onder druk van electorale angsten. Daarom bonden nogal wat verenigingen en burgers de juridische strijd aan tegen de coronamaatregelen. Iemand moet onze democratie en onze grondwet verdedigen. Als de politici het niet doen, moet iemand zijn rug rechten om de rechten van de mens verdedigen.

Kortgeding tegen de coronamaatregelen

Een van de eerste groepen die opkomt voor onze vrijheden in de grondwet verankerd, is een kleine 200-tal burgers die op 25 mei 2020 een kortgeding inspannen tegen de Belgische Staat. Zij bestrijden de onwettelijkheid van de ministeriële coronabesluiten en beogen het opschorten ervan en een verbod op het uitvaardigen van nieuwe soortgelijke besluiten. Advocaat Michael Verstraeten uit Gent is hun raadsman. Laten we ze de Verstraetengroep noemen.

 

en de aanklagers zich moesten wenden tot de Raad van State

 

Op 3 juli 2020 besliste de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel in kortgeding, dat de argumenten van de aanklagers van intellectuele armoede getuigden, dat uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er ongeveer 120.000 overlijdens ten gevolge van Covid 19 vermeden zijn door de maatregelen, maar voornamelijk dat ze zich onbevoegd verklaarde en de aanklagers zich moesten wenden tot de Raad van State. Dit bericht kreeg veel aandacht in de media en stond overal vooraan in het nieuws.

Beroepsprocedure kortgeding

Maar toen de Verstraetengroep beroep instelde en op 28 oktober 2020 in een arrest het hof van beroep te Brussel de tafel veegde met het vonnis in eerste aanleg, lazen of hoorden we dat nergens. Een schande voor alle media die hun elementaire taak van verslaggeving en van het onafhankelijk voeren van een pluralistisch debat zo verwaarlozen, en hun reputatie te grabbelen gooien voor... ja waarvoor eigenlijk? Het ontgaat mij.

Het hof van beroep te Brussel beslist:

  1. De overweging dat het plausibel is dat het virus niet kan worden beheerst en dat de focus moet worden verplaatst naar de be- en afscherming van de kwetsbaren.
  2. De overweging dat de wet betreffende de Civiele Veiligheid enkel van toepassing kan zijn op acute en zeer tijdelijke noodsituaties maar geen afdoende basis is om langlopende vrijheidsbeperkingen op te leggen.
  3. De maatregelen moeten worden gebaseerd op een nieuw wettelijk kader waarbij de maatregelen fijnmaziger moeten worden, mede gelet op de vrijwaring en de bescherming van fundamentele rechten en vrijheden.
  4. Deze wetgeving moet worden gebouwd op robuustere en meer gedetailleerde cijfers.

 

Let wel, het hof van beroep oordeelt dat de coronamaatregelen genomen op 20 maart 2020 gelet op hun tijdelijke duur op het eerste gezicht wel legitiem waren, doch uitte meteen zijn bedenkingen bij sommige maatregelen die van langer duur zijn en bij de nieuwe coronamaatregelen.

Het arrest vermeldt expliciet: ' Vele coronamaatregelen raken, zoals appellanten zeer terecht aanvoeren aan fundamentele rechten, zoals het recht op vergadering, onderwijs, privéleven of ondernemen. Een inperking van die vrijheden kan alleen bij wet, stellen zowel de grondwet als de relevante internationale verdragen zoals het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens.(EVRM). Op die manier is er een fiat nodig van de - verkozen - wetgevende macht...'

En:

'Intussen heeft de Belgische Staat de tijd gehad om aan een nieuw wettelijk kader te werken waarin de basisprincipes en de limieten van al de nieuwe en meer langdurige coronamaatregelen en ermee gepaard gaande sancties, worden uiteengezet. Bovendien zouden, gezien het tijdsverloop en de evolutie van de situatie, nieuw opgelegde coronamaatregelen op het eerste gezicht fijnmaziger moeten worden, mede gelet op de noodzaak tot vrijwaring en bescherming van fundamentele rechten en vrijheden, zou het cijferwerk ter onderbouwing ervan robuuster en gedetailleerder moeten zijn.'

 

geen voorwerp uitmaakten van de voorliggende procedure in kortgeding

 

Het arrest maakte tevens terecht melding van het feit dat een nieuw wettelijk kader voor nieuwe maatregelen en de onderbouwing ervan geen voorwerp uitmaakten van de voorliggende procedure in kortgeding.

Tweede kortgedingprocedure

Waarop de Verstraetengroep een nieuwe procedure in kortgeding aanhangig maakte tegen de nieuwe en de langdurige coronamaatregelen. Op 23 december 2020 worden de pleidooien gevoerd. Gelet op het arrest van 28 oktober 2020 en gelet op het feit dat het arrest tussen partijen gezag van gewijsde heeft, ligt er nu een bom onder de uitgevaardigde coronamaatregelen.

 

Het gezag van gewijsde zorgt ervoor dat er niet telkens opnieuw over dezelfde zaken hoeft te worden gediscussieerd

 

Het gezag van gewijsde of auctoritas rei iudicatae is de bindende kracht die aan een rechterlijke beslissing wordt gegeven. Het gezag van gewijsde zorgt ervoor dat er niet telkens opnieuw over dezelfde zaken hoeft te worden gediscussieerd en dat bepaalde rechten en verplichtingen vast komen te staan. In een volgende procedure tussen zelfde partijen zijn het dan vaststaande feiten die niet meer kunnen worden weerlegd. Samengevat: men kan niet blijven procederen bij dezelfde rechtbank tot men uiteindelijk wel zijn gelijk krijgt.

Bijgevolg lijkt het mij dat de rechter in de nieuwe procedure geen andere optie heeft dan te beslissen dat de Wet betreffende de Civiele veiligheid geen wettelijke grondslag meer kan vormen voor de nieuwe maatregelen en dat er een nieuw wettelijk kader moet worden gecreëerd. Hoewel het hier een straf exploot zou zijn, moet ik er spijtig genoeg bij vermelden dat ons lijvig wettenarsenaal en de interpretatievrijheid waar rechters over beschikken, ervoor zorgen dat vrijwel elke uitspraak te motiveren valt. Een justitieel gegeven waar elke advocaat in elke zaak gebruikt van maakt of door gefnuikt wordt.

De barst in de stuwdam

De rechterlijke macht legde de regering in den beginne geen strobreed in de weg uit respect voor de hoogdringendheid en het plotse karakter van de coronacrisis die België overspoelde. Stilaan groeit bij de rechtbanken en ook bij de Raad van State het besef dat de regering tijdens de tweede golf de onvoorzienbaarheid niet meer kan inroepen. Stilaan groeit het besef dat in deze tweede fase de regering tijd genoeg had om een wettelijke basis voor deze crisis te voorzien.

 

Het rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het proportionaliteitsbeginsel, de zorgvuldigheidsplicht om er maar enkele te noemen.

 

De recente uitspraak van de Raad van State omtrent religiebeleving en het arrest dat de Vertraetengroep bekwam, zijn de eerst barsten in de stuwdam. Het feit dat de Vivaldiregering nalaat een wettelijke omkadering te maken, treedt niet alleen de grondwet en de democratische rechtstaat met de voeten, ze schendt zoveel algemene rechtsbeginselen dat een eerstejaarsstudent rechten ervan duizelt. Het rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het proportionaliteitsbeginsel, de zorgvuldigheidsplicht om er maar enkele te noemen.

We zitten nog steeds in een gezondheidscrisis, met zekerheid nog een tijdlang, maar van een acute noodsituatie is geen sprake meer. De tijd waarbij het parlement in een geïnduceerde coma gebracht wordt omwille van het algemene belang en de volksgezondheid is voorbij. Het is hoog tijd om de democratische rechtsstaat te herstellen, en een einde te maken aan deze technocratische virocratie met despotische ondertoon.

Ignace Vandewalle 

www.doorbraak.be

<< Terug naar alle berichten

Bookmark and Share

© 2024 Ignace Vandewalle  |  webdesign by Creatief.be