Doofpotoperatie of justitieel falen?
Neen dit is niet het zoveelste artikel over de zaak-Chovanec of de zaak-Mehdi Bouda. Het toeval wil dat ik al zes maanden werk aan een boek over een voorval van politiegeweld waarbij de agenten finaal vrijgesproken werden.
Het verhaal speelt zich twaalf jaar geleden af, maar vertoont veel gelijkenissen met bovenvermelde zaken. Het enige verschil is het feit dat in deze zaak het minderjarige slachtoffer gelukkig nog leeft. Maar ook hier werd het slachtoffer lang in het ongewisse gelaten. Enkel het onverdroten doorzettingsvermogen en de verbetenheid van de moeder zorgde ervoor dat de zaak niet van meet af aan verdween in het kluwen van justitie.
Ik wil wel graag duidelijk stellen dat ik met dit artikel en met het boek deze rechtszaak niet opnieuw wil voeren, noch de vrijgesproken agenten te beschimpen. Het enige doel is het ontluisterende verhaal brengen van een simpele huismoeder die tegen de poorten van justitie beukte en naar haar aanvoelen geen rechtvaardigheid vond. Ik breng haar verhaal en maak een onafhankelijke analyse waarbij ik mij openlijk vragen stel over bepaalde bizarre voorvallen.
Tijdens het schrijven en het analyseren van de vele dossiers, kan ik mij niet van de gedachte ontdoen dat er aan deze zaak iets fundamenteels verkeerd is. Ofwel betreft het hier een brakke doofpotoperatie, ofwel een justitieel falen, maar hoe dan ook leidde de zaak tot de vrijspraak van de politieagenten. In deze affaire van vermeend politiegeweld tegen een minderjarige werd geen onderzoeksrechter aangesteld, ging een cruciaal verhoor verloren, verdwenen er bewijsstukken en werden fundamentele forensische onderzoeken nooit uitgevoerd. Haast ironisch gingen de agenten in beroep vrijuit op basis van twijfel.
Op een zonnige augustusavond botst een politiepatrouille op een bromfietser waarvan het standlichtje vooraan niet werkte. Er volgt een achtervolging met hoge snelheid dwars door het centrum van Roeselare, waarbij uiteindelijk drie combi's betrokken geraken. U leest het goed, een achtervolging zoals in Miami Vice door drie politiecombi's voor een kapot standlichtje, terwijl het nog klaarlichte dag was. In een brede wijkstraat wordt de bromfiets van het slachtoffer naar de rand van de weg gedreven, waarop volgens de agenten het slachtoffer bij het oprijden van het voetpad zijn evenwicht verliest en hard tegen een boom gekatapulteerd wordt.
Gevolg: een gescheurde lever, zijn long doorboord en ingeklapt, enkele ribben gebroken en zijn bekken op drie plaatsen gebroken. Een verkeersexpert die ter plaatse onderzoek levert, stelt vast dat er zich op de politiecombi een zwart veegspoor bevindt en op de bromfiets een wit veegspoor. Vermits de bromfiets zwart is, de combi wit, het zwarte veegspoor op de combi startte aan de sluitnaad van de deur, en de veegsporen zich op dezelfde hoogte bevinden, besluit de verkeersexpert dat er contact geweest was tussen de deur van de politiecombi en de bromfiets. Door dit expertverslag worden de politieagenten door het parket gedagvaard.
De verkeersexpert neemt verfstalen van de combi en de bromfiets en neemt afdrukken van beide veegsporen. Deze zaak valt dus simpel op te lossen door een laboanalyse van de verfstalen en afdrukken, maar noch in eerste aanleg noch in beroep komt er zo'n vrij goedkope laboanalyse (1000 euro). Integendeel er komt een vrij dure tegenexpertise, gevolgd door een nog duurdere reconstructie. Deze onderzoeken worden vervolgens door de verdediging aangewend om twijfel te zaaien. Wat uiteindelijk leidt tot de vrijspraak op basis van die twijfel.
Tijdens de procedure in eerste aanleg verdwijnt een cruciaal verhoor van een getuige van uitspraken door een van de politieagenten. Een uitspraak die als een bekentenis zou kunnen gekwalificeerd worden. Wanneer justitie het verhoor uiteindelijk terugvindt, is het een gefaxt exemplaar, ontbreekt er een pagina, en kloppen de faxgegevens niet. Na lang aandringen vindt men de ontbrekende pagina terug in een werkmap van de procureur-generaal, maar ditmaal niet een gefaxte pagina, zoals de vorige.
Op de koop toe wijkt de handtekening van de bevoegde verhoorder dermate af van de andere handtekeningen op officiële verhoren, dat er twijfel ontstaat over de echtheid ervan. Tijdens de beroepsprocedure verdwijnen dan plots glasscherven van het achterlicht van de bromfiets. Enige tijd later blijken die onwaarschijnlijk genoeg verborgen te zitten achter de voering van de bromfietshelm, die ook als bewijs in bewaring lag.
Maar dat is nog niet alles. Tijdens dezelfde beroepsprocedure verdwijnen de verfstalen en afdrukken van de veegsporen. Het absolute bewijsstuk verdwijnt spoorloos terwijl men zou verwachten dat deze veilig opgeslagen worden door het gerecht. Tot op vandaag zijn advocaten in opdracht van het slachtoffer bij het gerecht op zoek naar deze verfstalen en afdrukken.
Vrij vroeg in de zaak roept de moeder van het slachtoffer de hulp van de Algemene Inspectie van de Federale Politie en van de Lokale Politie (AIG) in. De AIG kwijt zich niet tot doorgedreven onderzoek, maar beperkt zich tot enkele verhoren. Later, na veel aandringen, en na de beroepsprocedure, bemoeit ook het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten, beter bekend als Comité P, zich met de zaak.
Het leidt tot het terugvinden van het verloren gegane verhoor, maar dit helaas pas nadat de zaak voorkomt in cassatie. Ook de Hoge Raad van Justitie wordt ingeschakeld. Daarop wordt een klacht tegen de Belgische Staat, met aangehecht de vraag tot positief injunctierecht van de minister van Justitie ingediend. De minister van Justitie weigert, en zodoende wordt de rechtszaak geseponeerd.
Het boek dat ik over deze zaak schrijf bevat het emotioneel verhaal van een moeder wier woordenboek het woord 'opgeven' niet bevat en een juridische en procedurele analyse door ondergetekende. Het is geen verhaal waar een BV bij betrokken is, noch een verhaal van een minderjarige die het leven liet in Molenbeek of bij een Hitlergroet. Daarom vindt de moeder geen uitgever voor haar boek.
Nochtans is het een diepmenselijk verhaal van een rechtszaak en een zoektocht naar rechtvaardigheid, die het leven van de bezorgde moeder volledig consumeerde. Omdat ik vanuit menselijk oogpunt dergelijke ontluisterde verhalen toch een forum wil bieden, en omdat ik weet dat dit een psychische catharsis is voor de betrokken personen, leg ik het commerciële aspect naast mij neer en heb ik beslist om dit boek uit te geven.
Het boek komt uit halfweg maart 2021 uit.
Ignace Vandewalle