Politieke Schizofrene Hypocrisie of PSH is een aandoening die voorkomt bij politieke partijen die zich rond het ideologisch centrum positioneren. Ze komt voor in landen waar minimum 1 linkse, 1 rechtse en 1 centrumpartij aanwezig is. PSH treft een rond de macht geconcentreerde partij, die door zijn machtsgeile koorts zichzelf als normaal diagnosticeert, maar ondertussen hopeloos wegkwijnt van wisselvalligheid via dubbelzinnigheid naar ongeloofwaardigheid .
De symptomen van deze aandoening zijn doorgaans aan de oppervlakte aanwezig en aldus makkelijk vast te stellen.
Ze zijn onder meer:
De CVP van de jaren zeventig, tachtig en negentig was doorwoekert van PSH. Zij wisselden rechtse en linkse regeringen met elkaar af om over een tienjarige periode een maatschappelijk en electoraal evenwicht te bekomen. De keizers die destijds voornamelijk zuilgebonden stemden, en de zuilen die door financiële afhankelijkheid de ideologisch tegengestelde periodes, slaafs en vooral extern stilzwijgend, overbrugden, maakten het mogelijk dat de CVP, ondanks lijdend aan PSH, overleefde. Vanaf het moment dat de kiezer vrijer, maar vooral bewuster ging gaan stemmen en de zuilen hun macht over het stemgedrag van hun leden verloren, erodeerde de aan PSH-lijdende CVP zienderogen.
In België lijdt ook de Open VLD reeds enkel jaren aan PSH. De kiezers weet niet of hij een linkse stem (beleid Verhofstadt) of een rechtse stem(beleid Decroo) uitbrengt wanneer hij voor hen stemt. Ofwel worden de rechtse kiezers bedrogen zoals in 1999, 2003 en 2004, ofwel worden de linkse kiezers bedrogen zoals in 2007 en 2010. Hoewel ik er steeds meer en meer van overtuigd ben dat de eerder rechtse liberaal Alexander Decroo intellectueel noch debattechnisch in staat is om rechtsliberale eisen af te dwingen binnen deze regering.
Een partij die aan PSH lijdt doet dit via Electorale Cognitieve Dissonantie (ECD).Het besef dat de ideologie niet meer past in de electorale realiteit waarin men zich bevindt; hetzij door electorale verschuivingen, hetzij door de coalitie waar men zich in bevindt, resulteert in een inwendige cognitieve strijd die naar verantwoording schreeuwt. In strijd met zichzelf, met zijn ideeën, met zijn gedachten, met zijn ideologie gaat een aan PSH lijdende partij uit electorale overwegingen zichzelf gaan mooipraten en verantwoorden en doet dit via een pseudo-intellectueel en/of vaak populistisch discours.
Een Vlaming in een overwegend Waalse regering zal een op Wallonië gebaseerd beleid mooipraten eerder dan verdedigen. Het volstaat om daarvoor te luisteren naar Decroo, Vande Lanotte en Vanackere. Een liberaal of conservatief zal een overwegend socialistisch beleid (begroting), verklaren, verantwoorden en pogen in te kaderen in een liberaal of conservatief discours eerder dan de genomen beslissingen te verdedigen. Men moet immers zijn eigen interne strijd rechtvaardigen om te voorkomen dat de kiezer of zelfs de onmiddellijke achterban hen de rug toekeert.Hij gelooft m.a.w. zichzelf niet maar wil dat zijn electoraat in hem gelooft.
Decroo en Reynders moeten in deze regering bijvoorbeeld constant kleine liberale maatregels extreem bewieroken en socialistisch maatregels minimaliseren of van een liberaal omhulsel voorzien. Pronken met structurele, fundamentele liberale realisaties kunnen ze niet want deze krijgen ze niet gerealiseerd.
Vandewalle Ignace