De Blauwe Vogel vloog 6 maanden door mijn leven.
In guur herfstweer, in donkere nachten, in bittere winterkou.
Hij maakte van kille kelders warme gezelligheid,
van schorre stemmen honing zoetigheid.
Noten onthulden liederen, pasjes werden dansjes, tekstjes conversaties.
Warme vriendschap, tomeloze inzet, grappige anekdotes.
Een verzameling van enkelingen groeide naar een hechte formatie.
Borstelvegen openbaarden prachtige schilderijen.
Lapjes stof getoverd tot oogverblindende kostuums.
Maskers en grime maakte van ons kopijen.
De blauwe vogel was een zoektocht.
Een zoektocht naar het geluk.
Een zoektocht naar de glimlach.
De glimlach op de lippen van elk kind,
elke volwassene, elke bezoeker,
die de zaal in voldoening verlaat.
En in zijn dromen de blauwe vogel binnenlaat.
Ignace Vandewalle