Het begon duister, donker en vol doornen.
Het kroop voorbij
Sluimerend
De doornen prikkend, stekend, pijnigend.
Dit jaar.
Geen rollercoaster van het hart.
Geen sinusoïde van geluk.
Zelfs geen flatline van ééntonigheid.
Maar,
een diepe val,
gebroken door een harde knal.
Een steile rappel,
tot in mijn diepste hel.
Het eindigde net zoals het begon.
Ik als koning van mijn torsend leed.
Geïnfecteerd, beoordeeld,
gewogen als beschadigd materiaal,
Ik zie niet uit naar nieuwe tijden
Ik zie niet uit naar een nieuw jaar.
Deze hoop verloor ik vorig jaar.
Ik wil geen lege doos van geluk.
Ik wil me enkel weer zien staan,
Als ik ‘s morgens naar de spiegel staar.
Ignace Vandewalle